Interview n.a.v. de release van De Jacht, Oor maart '89, door Erik van de Berg. Uitgewerkt door Iep en Robin.

KECKS JAGEN OP ROES
De Jacht Is Mooier Dan De Vangst. Niet alleen de sleutelsong van de nieuwe elpee De Jacht, maar eens te meer het motto waaronder de Tröckener Kecks hun carrière uitstippelen. De strijd om het sterrendom, dat maar voor zo weinig is weggelegd; de Kecks hebben het opgegeven en legden hun roots bloot, waardoor De Jacht hun meest elementaire rock & roll-plaat werd. Terug naar de oervorm, het instinct, de tijd dat de mens moest leven van ..de jacht. Over jagen, humor, huilen, ruziën en dat andere instinct dat de Kecks als metafoor voor het leven hanteren: de liefde.

Ooit heb ik in een elpeerecensie de Tröckener Kecks ervan beschuldigd dat ze slechts één kunstje kennen, maar dat ze dit telkens op een dusdanig charmante en pakkende manier vertonen, dat je voorraad sentiment wel dodelijk moet zijn geslonken, wil je het viertal niet snikkend van ontroering in je hart sluiten. Getuige hun vijfde elpee De Jacht blijkt de groep het zich niet te hebben aangetrokken. Sterker nog, dat 'ene kunstje' is bijgeslepen en gekoesterd, waardoor De Jacht iedere opsmuk ontbeert en de ouderwetse directheid van de rock & roll optimaal uitdraagt. Slechts het rollende Hammond-orgel van producer en goeroe Thé Lau verschaft wat versiering, maar geeft de plaat anderzijds een oerdegelijk vernisje.

Tekstueel blijkt de stijlvorm van de Kecks, de verwarrende schemerzone tussen fictie van het paranoïde, nachtelijke grotestadsleven en de werkelijkheid van de emotie (andersom zou immers meer voor de hand liggen), zijn kracht nog lang niet te hebben verloren. Door elke overbodigheid te omzeilen, hebben de sfeervolle snapshots aan zeggingskracht gewonnen en wordt de luisteraar meer dan ooit geprikkeld tot mijmeringen en meegezogen in de wereld van de Kecks; het eenzame nachtleven, de natte, schaarsverlichte straten, kroegbazen die hun laatste klanten de deur uit werken en de eeuwige speurtocht naar een troebel levensdoel. En altijd blijkt er nóg iets in het spel: de liefde, een oude vlam, een afbrokkelende relatie die haar bestaansrecht nog slechts aan 'een stille hoop' ontleent.

'En ik luisterde alleen
naar mijn zogenaamde vrienden,
die mij zeiden dat
wat ik verlangde niet bestond'
(wacht op mij)

Maar laten we niet afdwalen voor er één woord is gezegd. In hoeverre is zo'n welhaast anekdotische wereld nog gelieerd aan de hardwerkende leden van de Kecks zelf? Zanger Rick de Leeuw, met drummer Leo Kenter verantwoordelijk voor de teksten, beaamt dat het zo'n vaart niet loopt. 'Dat wereldje heeft nooit dicht bij ons gestaan. We gebruiken de grote stad als entourage omdat er veel mensen wonen en er dus veel kan gebeuren. Dat houdt het geloofwaardig. Trouwens, mensen die denken dat we over liefdesrelaties zingen, hebben het mis . We gebruiken die liefde slechts om iets anders, iets groters, of iets mooiers, uit te drukken. Het is puur een metafoor.'

Leo: 'Men vraagt wel eens waarom we nooit meer een nummer als Asfalt hebben geschreven. Dat ging over iemand die wegzakte in het asfalt, hetgeen een sterke metafoor vormde voor het niet meer kunnen loskomen van iets. Maar zo'n beeld is niet direct herkenbaar. Met behulp van de relatie waar je niet van loskomt kun je zo iets veel mooier uitdrukken. We gaan er vanuit dat meer mensen verliefd zijn dan dat ze in het asfalt weg zakken. Anderzijds is het natuurlijk het mooist als mensen zo'n verhaal óók als een doodgewoon, mooi liefdeslied lezen. Dan wordt de metafoor zó gebruikt dat hij niet opvalt.'

'Onze liedjes hebben verschillende niveaus,' voegt gitarist Rob de Weerd tenslotte toe. 'Je kunt ze in een maatschappelijke context plaatsen, maar ook puur op liefdesrelaties betrekken. Alles wat mensen uit onze teksten weten te halen is meegenomen. Dat pleit voor de tekst.'

'Want iedereen hier zoekt romance,
opgejaagd door eenzaamheid
Niet voor gister en niet voor morgen.
Maar voor vanavond voor altijd'
(Vanavond Voor Altijd)

De twilight zone tussen fictie en werkelijkheid wordt meestal belichaamd door het al dan niet bruisende grotestadsleven en haar decors. Het stokpaardje van de Tröckener Kecks? Leo:'Op die manier wordt het wat filmischer, in de hoop dat het meer overtuigt. Een stille nacht op de Zeedijk, dat zegt meteen al heel veel over de sfeer. Mits je weet hoe de Zeedijk eruit ziet, natuurlijk.'

Rick:'Zo nummer als Czaar Peterstraat, dat moet je lezen als een metafoor voor Hilversum, met Amsterdam als de rest van Nederland. Die straat kent iedere Amsterdammer; een droefgeestige, duistere, vervallen straat. Het lied was een reactie op mijn diepe teleurstelling over het feit dat onze single Nu of Nooit, een geheide hit volgens ons allemaal, compleet werd genegeerd. Ik zou me daar nu niet druk meer om maken, maar destijds zat me dat heel hoog. Hilversum werd de Czaar Peterstraat van Nederland. Gek genoeg besefte ik pas achteraf dat het lied dáár over ging, dat het een directe reactie was. Dat gebeurt vaak bij onze teksten. De vergelijking komt pas achteraf. Ik ben ook van mening dat een metafoor niet iets is wat je zèlf in een liedje stopt, maar iets wat er achteraf door anderen wordt uitgehaald.'

Wie een tijdje met de Kecks converseert, ontdekt dat de groep - uitgezonderd bassist Theo Vogelaars, die zich verre van interviews houdt en zijn leven op welhaast, maniakale wijze wijdt aan de public relations en merchandising rond de Kecks - een spits gevoel voor humor prijsgeeft, dat echter in de teksten nagenoeg achterwege blijft.
Leo:'De humor zit bij ons verscholen. Vroeger schreef ik meer anekdotische verhaaltjes met een grappige point. Dat heeft zich omgevormd tot een neutraler verhaalvorm, niet ernstig, niet echt leuk. Ik probeer wel alles zo luchtig mogelijk te brengen, zodat de eventuele klap op het einde extra hard aankomt. Vergelijk het met een droevige film, die als droefenis af en toe vrolijk wordt gebracht, dan is dat zó wrang, dan moet je lachen en huilen tegelijk. Dat probeer ik te bereiken. Een lach en een traan.'

'Verder zitten er veel inside-grappen in,' aldus Rob. ' Als Rick in Wacht Op Mij zingt: Ik heb jarenlang gewerkt, dan is dat een pertinente leugen! We richten ons ook vaak tot Theo, onze bassist. Eigenlijk worden alle nummers voor hem geschreven. Hij is de norm, de maatstaf.'
Rick:'Als Theo iets niet goed vindt, gebruiken we het niet.'

'Laatst vroeg ik mezelf af
wat is er toch met mij
waarom heb ik geen degelijke baan
Ik vroeg het eens aan Theo
Theo lachte en zei:
Kop op jongen trek het je niet aan'
(Alleen de Nachten)

De jacht laat vooral een gerijpte Tröckener Kecks horen. De vroegere speelsheid van de groep, die zich uitte in een onstuitbare zelfwerkzaamheid (alles in eigen beheer) en een enthousiasme over de eigen prestaties dat tegenwoordig zeldzaam is, maakte plaats voor een romantischer houding. De zakelijke bijkomstigheden zijn uit handen gegeven en de groep concentreert zich nog slechts op de mogelijkheden van de bandleden als muzikanten.

Rick: 'We weten nu wat we kunnen en maken daar optimaal gebruik van. Vroeger stonden we huiverig tegenover dingen als arrangeren. Dat gaat ons nu heel gemakkelijk af. We waren bang om iets te leren, bang dat het enthousiasme in de groep zou verdwijnen. We hebben het idee dat we de plaats verdienen waar we nu staan, dat we daar tevreden mee moeten zijn en ons niet moeten laten afleiden door lage verkoopcijfers van platen. Bij live-optredens blijken duizenden mensen onze teksten van buiten te kennen en mee te brullen. Als je voortdurend zalen uitverkoopt, weet je dat je wat kan, als groep. Dat is nu ons uitgangspunt en werkt ook in de teksten door. Het niet hoeven construeren van een verhaal-met-pointe maakt het schrijven gemakkelijker. Maar niet minder bewerkelijk: het moet kernachtiger, waardoor geen woord scheef mag liggen, anders is de magie eruit.'

'We kunnen van onze teksten zeggen dat ze hier en daar een enorme rijkdom bezitten,' vervolgt Rick. 'Sommige zinnen zetten je aan het denken; daar zijn we trots op. Passages als Alleen zijn is niet erg als er iemand op je wacht of Thuis is waar je niet bent, daar kun je omhéénlopen. Die maken iets los. Die ervaring heb ik zelf ook vaak. In een boek van Marcel Proust staat dat mensen in hun leven het beroep plegen te kiezen waar ze op één na het beste in zijn. Waar je het beste in bent, dat is voor jezelf minder interessant dan datgene wat je ook wel een beetje kan, maar waar je graag heel goed in zou zijn. Dáár kiest men dan voor. Een intrigerende gedachte. Ik heb dat meteen op mezelf geprojecteerd en het klopte: ik had profvoetballer moeten worden.'

Volgens Leo Kenter zit de rijkdom van de Kecks-teksten 'm in de kunst om feitelijke clichés op een overtuigende manier aan te pakken. 'Ik ben dol op clichés. En op symboliek. Je moet die dingen zó gebruiken dat ze weer kunnen. Er moet groei in zitten. Kijk, het ik hou van jou en blijf je trouw-idee is natuurlijk niet boeiend. Maar als je een lang en indrukwekkend verhaal beëindigt met die woorden, kan het weer wel. Dat geeft een extra dimensie. Ook in onze muziek is dat merkbaar. Zoals ik vroeger zonodig grappige verhaaltjes in de teksten wilde aanbrengen,wilde ik ook allerlei ingewikkelde drumpartijen gaan uitpluizen. Sinds een jaar of wat ben ik daar vanaf. Het uitdiepen van de mogelijkheden binnen een simpele vierkwartsmaat is oneindig veel interessanter.'

'Want jij bent alles waar ik hier van droom vannacht
Alleen zijn is niet eg als er iemand op je wacht
Thuis is waar je niet bent dat ontdek ik altijd weer
Ver van huis
Ver weg van huis
Ver weg'
(Ver Van Huis)

'Het gaat ons er voornamelijk om emoties over te dragen, mensen in een roes te brengen,' vertelt Rob. 'Die bron van emoties is eindeloos. Als je, zoals wij, de kunst verstaat om die emoties op een zodanige wijze in tekst en muziek te vertalen dat het anderen ook aanspreekt, kun je daar je hele leven mee voort. We hebben daar nu duidelijk voor gekozen, we zoeken niet meer. Zoiets wordt ook inherent aan je manier van leven. Je belandt in een andere wereld, je eigen speeltuin. En je moet zorgen dat je daar blijft. Dan ben je vermakelijk voor de daar buiten staande, echte wereld. Als het meezit, zoals bij ons, heeft die buitenwereld er geld voor over om vermaakt te worden. Zo blijf je in leven en kun je altijd weer terugkeren in je speeltuin. Natuurlijk, je hebt voor je dagelijkse levensbehoeften aan alle kanten met die echte wereld te maken, maar het is prettig te weten dat je steeds weer op je eigen stek kan terugkeren.'

Leo: 'Die gedachte houdt ons op de been. Als ik de Kecks niet had, zou ik gek worden. Nu kan ik lachen om mensen die vóór me in de supermarkt staan te ruziën over zegeltjes of over wie er aan de beurt is. Het is allemaal vol te houden omdat je iets anders hebt, je eigen wereldje.'

Rob: 'Je moet ook niet gaan proberen iets anders ernaast te gaan doen. Hou je bij je leest. Het hele idee van de homo universalis is belachelijk. Als ik Sting ik een film zie acteren, moet ik alleen maar lachen. Iedereen moet gewoon op de juiste plaats zitten en zijn ding doen.'

Bestaat dan niet het gevaar dat de Kecks door zo'n isolement elk contact verliezen met die echte wereld, die tenslotte de bron is voor alle sfeertekeningen in hun liedjes? 'Nee,' meent Leo, 'niet zolang je genoeg fantasie hebt en blijft schrijven over wat je bezighoudt. Mocht muziek uiteindelijk nog het enige zijn waar je inzit, dan kun je altijd nog over eenzaamheid gaan schrijven. Maar voorlopig kunnen we een kater nog heel levendig verwoorden, haha!' Al oogst de wereld waarin de personages uit die Kecks-teksten rondzwerven behoorlijk aangetast, enig breed maatschappelijk kader of een politieke visie zul je in de verhaaltjes niet tegenkomen.

Rick: 'We zingen niet over wereldproblematiek, nee. Al blijken sommige teksten zoveel associaties op te roepen, dat men het er wèl uithaalt.'
Leo: 'Ik zou politiek-geëngageerde gedachten niet op een overtuigende manier kunnen opschrijven. Oorlog is slecht ja, maar dat weet iedereen al. Wat moet ik toevoegen? Ik acht het meegenomen dat iemand bijvoorbeeld uit Go to the Mosk van de Betaalde Liefde-elpee oppikt dat die songs slechts zijdelings over liefde gaat, met discriminatie als rode draad.'
' De thematiek van CS,04.00 u. is toch van behoorlijke maatschappelijke aard,' stelt Rick. 'Ik schreef die tekst nadat we een keer met onze bus achter het Amsterdamse station reden en ik daar al die hoopjes ellende zag; die meisjes die met hun uitgemergelde lijf vette zakenlieden in dito BMW's op hun wenken moesten bedienen, die zwervers...Dat raakt je toch veel directer? Dan vraag je je af: waar is het met die mensen misgegaan? Dan besef je eigenlijk pas goed hoe goed je zèlf terecht bent gekomen.'

'Geld, sex, pillen en geweld
in een wereld door onmacht geregeerd
Vrouwen in portieken, mannen in de goot
De vrouwen half naakt en de mannen half dood
De smaak van vernedering in een BMW
Je vraagt je af waar ging het verkeerd'
(CS, 04.00 u.)

De CD-versie van De Jacht bevat na CS,04.00 u. twee minuten stilte, waarna de groep voortraast met de bonus De stad Die Mensen Eet. Twee minuten ter overpeinzing?
Leo: 'CS, 04.00 u. is een echte afsluiter van een plaat, die op zich ook één geheel vormt. Als De Stad... er dan meteen achteraan dendert, ontkracht dat volledig de intentie van CS, 04.00 u. Nu hebben we door die stilte een grens willen trekken. Je moet òf die twee minuten uitzitten of op z'n minst moeite doen om je CD-speler een nummer verder te programmeren.'
Zoals gezegd, de humor bij de Tröckener Kecks zit ietwat verscholen.

Archief