De kunst van het wegblijven
De laatste bladzijden uit het dagboek van de Tröckener Kecks
Op 30 december kwam er een einde aan de twee decennia Tröckener Kecks.
Zanger/liedjesschrijver Rick de Leeuw blikt terug en vooruit tijdens een afscheidsconcert in Haarlem, de stad die hij verliet om zijn rock 'n roll droom na te jagen.
Samen met Phil sta ik achter het podium en kijk door een scheur in het achterdoek de zaal in. Het Patronaat in Haarlem is stijf uitverkocht, zoals alle zalen in de Meert Niet!-tour. Nog een klein half uur, dan beginnen we.
"Vanmiddag kwam ik op straat een meisje tegen dat ik vaag ken uit de kroeg. Ze zei dat ze 't stoer vond dat we met de band stopten." Phil neemt een trekje van zijn sigaret. "Ze vond het jammer, maar ze vond het vooral stoer, om juist op dit moment te stoppen. Ik hoefde meteen niets meer uit te leggen. Ik wist dat ze het begreep."
Het duizelt voor mijn ogen
Ze mogen nooit meer open
Gesloten voor de wereld
Die pas morgen verder draait
Als je mij niet meer herkent
Morgen weer een ander bent
Het is altijd voor het eerst
Maar zien we elkaar ooit weer
Het Patronaat. We hebben hier minstens tien keer gespeeld. Prachtige herinneringen. Ik weet nog hoe ik mijn derstigste verjaardag hier op het podium vierde. Met Hart En Ziel stond op het punt de Top 40 binnen te komen en de Kecks waren populairder dan ooit. Haarlem is mijn geboortestad, en nadat ik op mijn zestiende naar Amsterdam verhuisde, kwam ik er jarenlang zo min mogelijk en met grote tegenzin. Nu weet ik allang niet meer waarom.
Want als ik denk aan vroeger
Denk aan hoe het was
Toen de toekomst
Nog voor ons open lag
Met de tijd aan onze zijde
En plannen voor honderdduizend jaar
Laten we doen
Alsof er niets gebeurd is
Al is het voor een dag, zo mooi
"Ah, daar zijn jullie". Geluidsman Frits meldt ons dat we nog zo'n tien minuten hebben voor showtime. "Ik ga alvast de zaal in, maak er iets moois van, mannen!" Phil en ik gaan naar boven, naar de kleedkamer. Meneer Van Zandvoort staat al klaar, strak in het pak. Gerben schrijft de laatste setlijsten en vraagt Buffel om extra pleisters. Buffel is al sinds jaar en dag onze backline-roadie, en verantwoordelijk voor bijna alles tijdens optredens.
"Als jullie zo ver zijn, haal ik Theo uit de zaal. Die pleisters heb ik trouwens al naast je op tafel gelegd. Bij die schaar daar."
Ongedurig loop ik in de kleedkamer heen en weer.
"Staat er water op het podium? Zijn er voldoende handdoeken?"
Niemand reageert. Alles is geregeld. Op momenten als deze mis ik het roken. Al is het maar om vlak voor het optreden je peuk op de grond uit te kunnen trappen.
Monitorman Frans licht ons met zijn zaklantaarn bij in het donkere gangetje. De warmte vanuit de zaal is voelbaar. De spanning stijgt. Vanaf hier is er geen weg terug. Als in de zaal langzaam de lichten doven stijgt er een luid gejuich op. Hier hebben we op gewacht, wij allemaal. Een tintelende opwinding maakt zich van mij meester.
"Mannen, prettige wedstrijd"
Gerben stapt als eerste het podium op, het podiumlicht knalt aan. Theo volgt en ook Meneer Van Zandvoort en Phil lopen het trappetje op. Ik wacht nog vier, vijf heerlijk seconden en dan begint het ook voor mij.
"Goedenavond Haarlem!"
Want we zijn allemaal op zoek
Maar we weten niet waarnaar
Soms denk je dit is het
En dat blijkt later weer niet waar
We blijven allemaal op zoek
De jacht is mooier dan de vangst
De voorste rijen bieden een vertrouwd beeld. Iedere stad heeft zo zijn eigen vaste publiek en daarnaast is er natuurlijk de groep die-hards die iedere week komt.
Opvallend de laatste tijd is dat ook veel oude bekenden zich nog een keer laten zien. Ze zijn te talrijk om hier stuk voor stuk op te noemen, maar door de jaren heen hebben ze de band in voor- en tegenspoed enorm gesteund. Met zo'n geweldig publiek is het bepaald geen straf om het twintig jaar vol te houden.
Meteen vanaf de eerste klanken van Niemand Thuis is het raak. De middenvoorpositie op het podium, mijn favoriete plek op aarde.
Geen toekomst , geen verleden , een langerekt en voor eeuwig nu. Wie praat er over stoppen op avonden als deze?
De magische dreun die ons allemaal verdooft
En de hitte en de drank stijgen langzaam naar je hoofd
Koortsige blikken schieten heen en weer
Iedereen is moe maar iedereen wil meer
In de ogen van de anderen zie ik de glinstering van het succes. En ik weet wat zij ook bij mij zien, als ze mij in de ogen kijken. We staan in de kleedkamer en horen van achter de deur het publiek schreeuwen om meer. Het zweet druipt in mijn ogen. Ik neem een slok water en strijk een hand door mijn haar.
"Wat gaan we doen?"
Gerben pakt zijn lijst van mogelijke toegiften erbij en stelt Achter Glas voor.
"Oké?"
"Oke! En eh...., Phil, let even op in de eindsolo, laatst liet jij op driekwart wat ruimte voor het orgel en dat was onwijs mooi. Er kwam plotseling veel meer diepte in het geluid."
"Weet ik toch," Phil lacht zijn tanden bloot en krijgt van Buffel zijn gitaar omgehangen. "De kunst van het wegblijven, laat dat maar aan mij over."
Ik leg mijn handdoek weg en ben trots. Nog maar zeven optredens te gaan tot het einde van de tour, dan is het definitief voorbij. Maar de ambitie brandend, als nooit tevoren. En ik weet het op dit moment zeker: het komt allemaal goed.
De foto's zijn vergeeld de namen zijn vergeten
Jouw verhaal raakt zijn hoofdpersonen kwijt
Gisteravonds waarheid is morgenochtend achterhaald
Hert glijdt langzaam weg in de nevels van de tijd
Kijk niet om naar wat er niet meer is
Kijk niet om, kijk om je heen
Kijk niet om naar de schaduw
Van de dingen die je mist
De zon schijnt waar geen schaduw is
Dus kijk niet om
"En, ben je niet bang dat je dit allemaal gaat missen?" Onverwacht krijg ik een microfoon onder mijn neus geduwd. De lokale radiozender maakt een impressie van de avond. Ik kijk de knul achter de microfoon aan en haal hoofdschuddend mijn schouders op. Hoe is hij in godsnaam de kleedkamer binnengekomen? "Dit leven vol sex, drugs en rock 'n' roll dat je nu achter je laat?" bijt hij zich vol overgave in zijn onderwerp vast. Misschien is dit wel zijn allereerste opdracht. Ik wenk hem dichterbij. "Weet je, eigenlijk vertel ik dit tegen niemand, maar twintig jaar vol drank en drugs gaan niet ongemerkt voorbij," antwoord ik op samenzweerderige toon.
"Twintig jaar lang een orgie van zaad en zinloos geweld. We zijn blij dat we het al die tijd buiten de bladen hebben weten te houden, dus is het maar beter om nu niet in details te treden." Ik klik zijn recorder in de pauzestand en kijk hem
veelbetekenend aan. "Dus is het misschien maar beter dat je er niet bij bent als het hier straks volledig loos gaat. Journalistieke integriteit, weet je wel. Wat niet weet, wat niet deert, toch?"
Hij knikt hevig en met een flinke blos op zijn kaken verlaat hij even later de kleedkamer.
En geen weg meer terug en voor je niets dan duisternis
En ongewis wat er is voorbij het kruispunt
Verjaagd door vandaag de laatste schepen smeulen na
En niets van wat hier is houdt je nog een dag
Ook maar een dag langer hier
Ren, jongen, ren
Laat 't achter je
Ren, jongen, ren
Ren je toekomst tegemoet
Ren, jongen, ren, jongen, ren
"Mannen, we gaan. De wagen staat voor, B.V.O. (bier voor onder weg, red.) is geregeld en morgen is het weer vroeg dag. Antwerpen heeft recht op 'n frisse band, of niet soms?"
Frits heeft gelijk, we moeten gaan. We zijn er nog niet. We zijn er nog lang niet.De toekomst lonkt, het verleden trekt. En ergens in het midden staan wij , halverwege wat geweest is en nog komt. We lopen naar beneden, de vrieskou tegemoet. Nog eenmaal kijk ik om, voor we de laatste keer Het Patronaat verlaten. De vloer is geveegd, het podium is leeg, de bar is al bijna schoon. Alsof er niets gebeurd is. Maar toch, als je goed kijkt, is er iets veranderd. Hangt er nog iets van het optreden in de lucht. Ik kuch een al te opdringerige melancholie weg en stap de koude Haarlemse nacht in. Het is niet onopgemerkt gebleven.
Begint hier nu het einde
Of eindigt het begin
Is twijfelen gezond
Of zonde van de tijd
Zijn gedeelde jaren dubbel
Of tellen ze maar half
Heet wat wij hebben liefde
Of is het angst voor eenzaamheid
Trek je jas aan
Het is koud vandaag
Het wordt al licht
We moeten nu weg
Trek je jas aan
Het is koud vandaag
Het wordt al licht
En we moeten nog zo ver
Is wie niet voor is tegen
Is wat niet aan is uit
Is alleen maar waar wat waar is
Voor wie de waarheid vroeg
Honderd wijzen zwegen
Toen er werd gevraagd
Heeft elke vraag een antwoord
Of is de vraag genoeg.