 |
Interview uit het Haarlems Dagblad 20-11-2001 over de Meer Niet! Tour met Rick de Leeuw, door Peter Bruyn.
Tröckener Kecks na twintig jaar op afscheidstournee
,,Ik wil wel eens rustig kijken of er buiten het podium ook geluk te vinden is''
,,Vanaf het moment dat bekend werd dat de Tröckener Kecks ermee
zouden stoppen stroomden de uitnodigingen van praatprogramma op tv en
radio binnen. Als ik op alles was ingegaan, dan was ik nu bekender geweest
dan Maarten van Rossem,'' zegt Rick de Leeuw. ,,Er wordt ook al her en
der aan mij getrokken om volgend jaar iets voor tv te gaan doen en zo. Maar
na twintig jaar in een band vind ik het juist belangrijk om even géén plannen
te maken. Ten eerste omdat ik dat niet oprecht vind tegenover de rest van de
groep; ik heb altijd gezegd: Je bent full-time Keck. En dat blijf ik ook tot het laatste optreden. En ten tweede omdat ik al jarenlang met een overvolle
agenda leef. Het lijkt mij goed om die tredmolen eens een moment stil te
zetten. Solo-concerten? Ik heb twintig jaar lang mijn geluk op het podium
gezocht. Nu wil ik even rustig kijken of er misschien nog elders wat te vinden is. Dus hou ik alle aanbiedingen eventjes af.''
Nog iets meer dan een maand en dan is Rick de Leeuw ex-zanger van de
Tröckener Kecks, de rockgroep waarvan hij al zijn hele volwassen leven de
zanger is. Bijna een dozijn platen gevuld met dat karakteristieke stemgeluid
als scheurend krantenpapier. In 1990 leek er even sprake van een 'grote
doorbraak' met de hitsingle 'Met Hart en Ziel'. Het vorig jaar verschenen
'>tk', dat achteraf het afscheidsalbum zou blijken, klinkt ingetogener dan alle
voorgangers en zou een solo-album van De Leeuw kunnen zijn, al wil de
zanger zelf van die opmerking per-ti-nent niets weten. Ondertussen
publiceerde hij ook zijn roman 'De laatste Held'. Het boek waarin hij
verhaalt over zijn jeugd, tot het moment dat hij eind jaren zeventig de
rock'n'roll ontdekte en zelf een punkband begon. Hoewel, punk?
,,Nee, zo ik heb ik dat nooit gevoeld. Ik spiegelde mij destijds al veel meer
aan Bruce Springsteen dan aan Johnny Rotten of zo. Ik zag Springsteen met
'The River' en dat was het beste wat ik ooit gezien had. Graham Parker,
Southside Johnny en The Jam hadden ook een paar van die songs. En alles
wat ik schreef waren pogingen om die nummers te benaderen. Dat lukte
natuurlijk nooit, maar zo sprokkel je uiteindelijk wèl een eigen repertoire bij elkaar. Zo ontstond bijvoorbeeld 'Nu of Nooit' omdat ik een song als
Southside Johnny's 'I don't wanna go Home' wilde maken. Het lijkt er niet
op, maar het is wèl een van onze beste nummers.''
,,Achteraf kun je zeggen dat het allemaal serieus werd nadat ons derde
album 'Betaalde Liefde' was verschenen, in 1985. Toen werden de zalen
plots veel voller. Op dat moment voelden we ook dat de band iets serieus
was. Iets waar je mee dóór kunt gaan en niet een soort hobby totdat je een
echte baan gevonden had. Twee jaar later, toen 'Een op een Miljoen'
verscheen, konden wij onszelf ook wat gaan uitbetalen. Niet veel, maar
toch.... Dat was in die tijd in Nederland verder alleen maar weggelegd voor
de Earring en Brood.''
Maar dan toch de hamvraag: waarom stoppen? En natuurlijk is De Leeuw er
op voorbereid. Hij zucht even. ,,De weg naar onze laatste plaat, '>tk', die uiteindelijk heel goed is ontvangen, heeft ons als groep heel veel kracht
gekost. De tournee de er op volgde ook. Daarna kwam de vraag: Hoe nu
verder? Toen lukte het ons niet meer om met ze vijven één richting te vinden.
En ja, dan komt het moment dat één iemand zegt - nee, wie dat was wil ik
niet kwijt - dat we er misschien eens een punt achter zouden moeten zetten.
Als dat hoge woord er uit is weet je ook dat dat het enige is wat je nog rest.''
Toch is, terugblikkend, het zagen aan de poten van de Tröckener Kecks al
veel eerder begonnen. Vanaf de doorbraak hit 'Met Hart en Ziel' in 1990
veranderde er veel. Achteraf beschouwd was de plaat daarvóór, 'De Jacht',
waarschijnlijk hun méést complete en vooral meest consistente album. In
1989 zei De Leeuw nog in een interview met deze krant:,,Het wordt mij
steeds meer duidelijk dat wij eigenlijk nog pubers zijn.'' En vijf jaar later, in 1994, weer in Haarlems Dagblad:,,Je moet een kéér afstand nemen van dat
'eeuwige puber'-imago. Ik wil geen karikatuur worden.''. De ontwikkeling
van bravoure naar melancholie. Het leverde in de jaren negentig gevarieerdere en diepgravender Kecks-platen op. Maar beter is niet altijd
'beter', om het maar eens paradoxaal op z'n Cruyffiaans te stellen. De
plaatverkoop liep terug. Zalen verkochten minder snel uit; of helemaal niet
meer. En het begon te rommelen in de jarenlang muurvaste bezetting van de
band. In 1995 stapte drummer en mede-tekstschrijver Leo Kenter uit de
band. Twee jaar later volgde gitarist Rob de Weerd. Hun opvolgers waren
technisch niet minder, maar toch.
,,Ja, ik denk ook wel dat die hit destijds een soort omslagpunt is geweest,''
zegt De Leeuw. ,,Je bent tien jaar lang met die band bezig met het idee 'als
we maar hard genoeg werken dan wordt het ook wat'. Dan wordt het
inderdaad wat en dan glipt het opeens door je vingers. Dan krijg je van je
platenmaatschappij te horen dat de doelgroep voor jouw single uit
twaalfjarigen bestaat en zie je jezelf playbacken in rare televisie-programma's en dan denk je: 'Is dit wat we zo graag wilden?' Je hebt ergens keihard voor
gevochten en dan schiet je er als een soort komeet van Halley voorbij. Alleen
op het moment zelf realiseer je je dat niet. Je denkt een speeltuin voor jezelf gebouwd te hebben en dan blijk je in een soort gevangenis te zitten waar je
eigenlijk zo snel mogelijk weer uit wilt.''
Ja, het theater ingaan zou misschien een goed alternatief geweest zijn voor de Kecks in hun 'post-puberale periode', beaamt Rick. Veertigers zingen voor
veertigers. Maar hier blijkt een gevoelig onderwerp aangesneden. ,,Als je
met z'n vijven goed bent in het ene, betekent dat nog niet dat je ook goed
bent in het andere. Een nummer als 'Niemand Thuis' van onze laatste plaat
kan in een mooie theaterzaal tot grote hoogte stijgen, maar in de jeugdsoos
van Almkerk lukt dat gewoon niet.'' De Leeuw wil het niet zeggen, maar je
hoort tussen zijn woorden door dat een rol heeft gespeeld bij het uiteengaan
van de groep. De zanger citeert uit 'Alles went', zijn afscheidslied voor Leo Kenter uit 1996:,,Waar we samen voor vochten werd langzaam maar zeker
de inzet van de strijd.''
Het allerlaatste concert, op 30 december, is in het Leidense LVC en niet
Paradiso, wat menigeen zou verwachten. ,,Ja dat lag voor de hand. Maar dat
hebben heel bewust niet gedaan. Weet je, die Amsterdamse concerten
eindigen vaak zo eh... treurig. Dan stap ik 's nachts bij Paradiso op m'n fiets naar huis met m'n tasje spullen en krijg ik onderweg misschien nog een lekke
band. Sta ik daar in m'n eentje. Moet dat mijn afscheid van twintig jaar
Kecks zijn? Daarom kozen we voor LVC, maar het had ook het Patronaat
in Haarlem of de Gigant in Apeldoorn kunnen zijn. Die zalen zijn
representatief voor waar we al die jaren het best gespeeld hebben. En dan
gaan we met de hele band voor het laatst met het busje terug naar
Amsterdam. Daar stap je da half dronken uit en zeg je 'Nou, tot het
volgende optreden dan maar weer! Om je er dan een dag later heel langzaam
bewust van te worden dat die volgende keer niet meer komt.''
Leesvoer
|