![]() |
||
![]() |
Recensie uit het AD van 27-12-2001, door Nico Hemelaar.
Afscheid van de Tröckener Kecks
Apeldoorn - Zaterdagavond, zaal Gigant in Apeldoorn. Het poppodium is
al wekenlang uitverkocht voor het laatste concert van de Tröckener
Kecks in Gelderland. Waarschijnlijk niemand die uit zijn blote hoofd
kan vertellen hoe vaak de Kecks hier al eerder hebben gestaan. En al
helemaal niemand die het totale aantal concerten dat de band in zijn
ruim 20-jarige bestaan heeft gegeven, weet. Het moeten er rond de 1500
zijn geweest.
De band kende diverse wisselingen in de bezetting, maar Rick de Leeuw
stond altijd opgesteld in de basis. Als de Sjakie Swart van de
Nederlandse rock 'n roll is hij altijd trouw aan zijn principes en
verbonden gebleven aan zijn cluppie. Was hij een begenadigd voetballer
geweest, dan had de club Ajax geheten. Maar wegens gebrek aan
voetbaltalent is hij een bandje begonnen en werd zijn cluppie de
Tröckener Kecks, wat zoiets betekent als Droge Koeken.
Voetballers stoppen ermee als ze de 30 zijn gepasseerd. De Leeuw zet
er een punt achter nu hij 40 is. Toelichtingen ontbreken en aanvragen
voor interviews worden afgewimpeld. Naar verluidt ontbeert De Leeuw de
laatste tijd de ongedwongen sfeer, die altijd zo kenmerkend is geweest
voor deze band.
Het concert in Apeldoorn is typerend voor twee decennia
rockgeschiedenis. De afstand tussen het publiek en de band is
minimaal. Op de voorste rijen verdringen zich de fans die de liedjes
woord voor woord meezingen. Ze zijn er altijd bij als de Kecks ook
maar een beetje in hun buurt optreden. De Leeuw heeft eens in een
interview gezegd dat hij iedereen kent die bij hem de eerste drie
rijen bevolkt. Bij naam en bij telefoonnummer. Tijdens het concert
praat hij niet met ze, maar communiceert hij met liedjes. Prachtig is
de tekst van het nummer Amoureus Gebied, bekend in Apeldoorn en wijde
omgeving: Zou je niettegenstaande/ de recente gebeurtenissen/ toch nog
een verblijf/ op amoureus gebied/ in overweging willen nemen/
alsjeblieft. Als de scheurende gitaren zwijgen, resteert pure poëzie.
Rick de Leeuw wordt, om zijn teksten, ook wel de Gerard Reve of Jan
Hanlo van de popmuziek genoemd. Vorig jaar verscheen ook zijn literair
debuut: De laatste held, een roman over een 12-jarig kostschooljochie
dat droomt van een rijke voetbalcarrière. Natuurlijk, een eerste roman
is bijna altijd (deels) autobiografisch. Ook De Leeuw heeft op een
kostschool gezeten. De hoofdpersoon in zijn boek heet Richard, maar
had net zo goed Rick kunnen heten. Op pagina 136 verraadt hij zijn ik
als Richard in Amsterdam een concert bezoekt van de punkband The
Clash.
Uit De laatste held: Een seconde later spat een bom van wit licht
uiteen en springen drie in zwarte pakken geklede kerels vanuit het
niets het podium op. Met een oorverdovend kabaal meppen ze zich door
hun eerste song heen. Voor ik goed en wel begrijp dat dit de band is,
dooft het licht een moment, schreeuwt de zanger 'Goodevening' en heeft
de drummer het tweede lied alweer ingetikt. Wat een lawaai. Wat een
energie. Wat een band! 'This Is A New Art School.' Zeker weten!
Voetbal met gitaren, Ajax met een drumstel, het bestaat! Het gebeurt
hier, recht voor mijn ogen! En je kunt er nog bij drinken ook!
Tijdens zijn jaren op een streng katholieke kostschool fantaseren De
Leeuw en zijn maatje Leo Kenter over heldendaden in het profvoetbal.
Maar als ze al 16 jaar oud zijn en nog geen enkele club hun talenten
heeft ontdekt, zijn daar ineens The Clash en de punkbeweging die een
verrassende wending in hun loopbaan aankondigen. In 1980 richten
Kenter en De Leeuw de Tröckener Kecks op. De Leeuw aanvankelijk als
gitarist volgens punkprincipes, wat zoveel betekent als `helemaal niet
kunnen spelen en gewoon maar wat doen, ook al klinkt het nergens
naar'.
Nadat de eerste zanger er de brui aangeeft, besluit hij zelf maar de
voorhoederol op zich te nemen. Zijn rauwe, ongeschoolde stem groeit
uit tot het handelsmerk van de groep. De band speelt Nederlandstalig
werk en bouwt al snel een live-reputatie op. Aanvankelijk is het
takkenherriemuziek, maar naarmate de jaren vorderen wordt de punk
verruild voor een wat toegankelijker en gepolijster geluid. Het levert
de heren een radiohit (het voetballied Naar de top) en een contract
bij een grote platenmaatschappij op.
Begin jaren 90 beleeft de band zijn hoogtijdagen met de top 40-single
Met hart en ziel, een Zilveren Harp, een optreden op Pinkpop en de
muziek die zij maken voor de televisie-comedy In Voor- en Tegenspoed
(met het titelnummer Het komt nooit meer goed). Als het succes
stagneert, besluit Kenter in 1995 de band te verlaten. Het einde van
de Kecks lijkt in zicht, maar De Leeuw vecht door. Na enkele
personeelswisselingen verschijnen in 1997 en 2000 respectievelijk de
platen Dichterbij dan ooit en tk, die door critici worden beschouwd
als hun beste werken. Maar zoals vaker in het verleden is gebeurd, de
kwaliteit vertaalt zich niet in grote aantallen verkochte cd's. Zelfs
in het clubcircuit lopen de zalen niet altijd meer vol.
In de zomer van 2001 kondigt De Leeuw het einde van de Tröckener Kecks
aan. Met een laatste single, Ren jongen ren, en een clubtournee die de
toepasselijke titel Meer Niet heeft gekregen, neemt de band afscheid
van het podium. De ironie wil dat alle concerten weer stijf
uitverkocht zijn en dat de toch al energieke band de beste concerten
in zijn bestaan geeft.
Ook in Apeldoorn gutst het zweet dat het een aard heeft. Op het podium
schenkt De Leeuw flesjes water leeg over hoofd en apparatuur van
drummer Gerben Ibelings. Zijn eigen zweet sprenkelt hij - ongewild -
rond over de eerste drie rijen van het publiek en zijn fans zweten mee
op het refrein van Met hart en ziel: Hij doet het/ Een - voor het
geld/ Twee - voor de show/ Drie - voor het publiek.
Een kratje Heineken-bier staat steevast binnen handbereik van de
muzikanten. De gitarist rookt al spelende zijn sigaretjes. Tussen twee
nummers door wandelt een dronken vent, verdwaasd of verdwaald, het
podium op en probeert een gezellig praatje aan te knopen met de
muzikanten. Dit is rock `n roll van een uitstervende generatie. En na
30 december is het definitief voorbij, zoals de laatste
dorpskruidenier die per 1 januari 2002 zijn winkel sluit.
Het laatste couplet van Ren jongen ren klinkt na als echo van een
jongensdroom die misschien net iets anders is gelopen, maar niet
minder mooi is uitgepakt: En geen weg meer terug en voor je niets dan
duisternis/ En ongewis wat er is voorbij het kruispunt/ Verjaagd door
vandaag/ de laatste schepen smeulen na/ En niets van wat hier is/
houdt je nog een dag langer hier.
De slotconcerten van de Tröckener Kecks zijn op 28 december in de
IJsbreker in Leusden en 30 december in LVC in Leiden (beide
uitverkocht).
|