![]() |
||
![]() |
HAARLEMS
DAGBLAD, door Peter Bruyn december 1987, uitgewerkt door Tim (nederrock.nl)
WIJ TEGEN DE REST VAN DE WERELD
"Mijn gemoed schiet vol",
roept Rick de Leeuw met veel gevoel voor theater, terwijl hij
samen met Leo Kenter over de oprijlaan van Hageveld loopt. Even
later, bij het weerzien van het befaamde bisschoppelijke college,
zijn ze toch een momentje echt stil. Eén momentje. Dan wijst Leo
en zegt: "Kijk, de kamer in die hoek. Daar hebben wij een
jaar gezeten." Tegenwoordig zijn zij zanger (Rick)
en drummer/tekstschrijver (Leo) bij de popgroep Tröckener Kecks.
Opgericht in de rumoerige nadagen van de punk en nog altijd
hardnekkig vasthoudend aan het Nederlands als taal om in te
zingen. Onlangs verscheen hun vierde en tot dusverre beste album
'Eén Op Eén Miljoen'. Een plaat die niet alleen ook in
Duitsland en Scandinavië wordt uitgebracht, maar binnenkort ook
in de vorm van zo'n fraai glimmend CD'tje verkrijgbaar is. Het
gaat dus goed met de Kecks. Komende zaterdag spelen ze in 'De
Hoeve' in Hoofddorp en afgelopen vrijdag gingen Rick en Leo - na
acht jaar - voor één keertje terug naar de plek waar ze
'vrienden voor het leven' werden: het Heemsteedse Hageveld,
destijds een internaat voor jongens. "Daar, dáár sliepen de
vijfde- en zesdeklassers", wijst Leo als we aan de zijkant
van het gebouw gekomen zijn. "Daar stond ook de pick-up en
dat was één van de redenen dat wij er dat laatste jaar niet
meer mochten komen. Want wij draaiden altijd de Sex Pistols en zo.
En dat kon dus helemáál niet." "Hier voetbalden we
twee keer per jaar tegen de leraren", zegt Rick, bij het
sportveld aangekomen. "Goh, dit is nog dezelfde cornervlag."
"Ja, en hier heb ik nog wandelende takken gezocht",
vervolgt Leo. "Maar eh, het is nu allemaal wel wat triest en
verlaten, hoor." Misschien omdat het winter is, en
vrijdagmiddag. De leerlingen zijn al naar huis. In de
lerarenkamer hebben de docenten hun wekelijkse borreluur. Als
Rick en Leo in hun leren jacks onaangekondigd binnenstappen zijn
de blikken op z'n zachtst 'verbaasd'. Het duo was destijds
bepaald berucht. Max Verbeek, die het tweetal ooit
de beginselen van de Nederlandse taal en letterkunde bijbracht,
is het eerst over de schrik heen. Er worden handen geschud. En
bijgepraat? Ach, wat valt er bij te praten. "Ik vraag in
mijn klassen nog wel eens wie de Tröckener Kecks kent",
zegt Verbeek. "En ja hoor, er zijn er altijd wel een paar
die..." Dan zwaait de deur open en galmend klinkt het door
de docentenkamer: "Hé eikel! Hoe is het met jou, jongen?"
Het is de Heemsteedse beeldend kunstenaar en tekenleraar aan
Hageveld, Willem Snitker. Met uitgestoken hand komt hij op Rick
af. Daarna Leo. "Ik hoor alleen maar goede dingen over
jullie. Weet je," vervolgt Snitker, "ik heb Rick nog
aangehaald toen ik mijn vijfentwintigjarig leraarschap hier
vierde. Toen heb ik gesproken over die keer dat ik hem om een
kopje thee vroeg en hij die hele pot over het tafellaken leeg
goot. Dat was een uiting van daadkrachtigheid die ik daarvoor nog
niet was tegengekomen op deze school. Daarna ook niet meer,
trouwens." Maar vertel eens, dat schrijven,
dat zingen, zat dat er toen ook al in? "Nou, Leo was in
ieder geval iemand die Nabokov las voor zijn lijst", weet
Verbeek zich te herinneren. "Hij had veel meer gelezen dan
anderen." En Snitker: "Ik ben in die eh... betonrock
niet zo thuis. Maar Rick was altijd al een jongen die zich heel
direct uitte." "Laten we maar weggaan", zegt Leo,
nadat ze nog een paar minuten door het oude schoolgebouw hebben
gelopen. "Ik weet nu waarom ik nooit meer terug ben geweest.
Ik heb hier eigenlijk niets meer te zoeken." In één van de
sleutelsongs van hun nieuwe plaat zingen de Kecks: 'als je doet
wat je niet doen wilt Een tekst met Hageveld-wortels?
Rick haalt zijn schouders op. "Natuurlijk gaat dat óók
over Hageveld. Ik denk dat wij gewoon een wat late pubertijd
hebben gehad. Toen we zeventien, achttien waren moest het er
opeens allemaal uit. We hadden hier nog één vriend. En het was
wij drieën tegen de rest van de wereld."
|